Ik herinner me mijn eerste duik in de Cariben nog goed. Te enthousiast, te snel naar beneden, en ja hoor : oorpijn alsof iemand met een hamer in m’n hoofd zat. Had ik toen maar wat rustiger gelijkdruk gedaan… Wil je trouwens eens lezen hoe een club in Martinique dat aanpakt, kijk dan even op https://espace-plongee-martinique.com. Super inspirerend hoe zij beginners begeleiden.

Te snel, te diep

De grootste fout ? Te snel willen gaan. Veel beginners denken : hoe dieper, hoe beter. Maar geloof me, die eerste 10 à 15 meter zijn al een wereld op zich. Kleuren veranderen, vissen zwemmen langs je alsof je er niet bent. Als je te snel daalt, kan je lichaam het gewoon niet bijhouden. Resultaat : pijn, stress en soms paniek.

Adem inhouden (doe het niet !)

Het klinkt zo logisch : even je adem inhouden om rustig rond te kijken. Maar onder water is dat gevaarlijk. Je longen kunnen zich letterlijk “opblazen” bij het opstijgen. Regel nummer één die ik altijd onthoud : blijf ademen, altijd, hoe langzaam ook. Een rustige ademhaling geeft je bovendien veel meer controle.

Vergeten om te checken

Een andere klassieker : je materiaal niet dubbelchecken. Het lijkt saai, maar één keer vergeten of je fles wel echt openstaat en je hebt meteen paniek aan de oppervlakte. Maak er een gewoonte van om samen met je buddy alles door te lopen. Je voelt je meteen een stuk relaxter.

Geen respect voor het ritme

Duiken is geen wedstrijd. Je hoeft niet degene te zijn die het snelste onder of boven is. Wat ik vaak zie : beginners die denken dat hun lucht sneller opraakt en daardoor gaan jagen. Terwijl de truc juist is om langzaam en gecontroleerd te bewegen. Minder stress, minder luchtverbruik, veel meer genieten.

En jij ?

Ben jij al eens gaan duiken ? Wat was jouw grootste fout of misschien juist je grootste les ? Persoonlijk denk ik dat je met een beetje nederigheid en voorbereiding heel ver komt. Duiken is geen sport van ego, het is een sport van luisteren – naar je lichaam, naar het water, naar je buddy. En dat maakt het zo bijzonder.

Franchement, als iemand zegt dat élke sport even goed werkt, dan geloof ik dat niet. Sommige sporten zijn gewoon effectiever als je vet wil verbranden. En vooral: als je het niet leuk vindt, hou je het toch geen drie weken vol. Dus, laten we even eerlijk kijken wat werkt.

Hardlopen: de klassieker, maar niet voor iedereen

Hardlopen is vaak het eerste waar mensen aan denken. En ja, het verbrandt veel calorieën: gemiddeld zo’n 600 à 800 per uur, afhankelijk van je tempo en gewicht. Klinkt goed toch?

Maar eerlijk? Als je totaal ongetraind bent, met flink wat kilo’s extra… dan is het misschien niet het beste begin. Knieën, enkels, rug – je voelt het overal. Persoonlijk hou ik van hardlopen, vooral in de duinen bij Schoorl op zondagochtend, maar ik weet dat het niet voor iedereen werkt.

Wandelen: onderschat, maar super doeltreffend

Wandelen lijkt saai? Denk nog eens na. Een uur stevig wandelen verbrandt zo’n 250 tot 350 calorieën, en dat zonder je gewrichten kapot te maken. Doe dat elke dag, en je zit makkelijk aan 2000+ calorieën per week.

Plus: het is mentaal chill. Koptelefoon op, podcast of wat muziek, en gáán. En geloof me, in de regen of met zon – als je het ritme eenmaal hebt, wordt het verslavend.

Fietsen: buiten of binnen, het werkt

Of je nou op een racefiets zit richting de Afsluitdijk of op een spinningfiets in je woonkamer: fietsen is top voor vetverbranding én spieropbouw. Vooral je benen en billen gaan er wat van vinden.

Probeer intervallen: een minuut keihard, dan twee minuten rustig. Daarmee blijf je je hartslag pieken, en dat helpt. Je verbrandt gemiddeld tussen de 400 en 700 calorieën per uur. Lekker toch?

Zwemmen: totaaltraining voor je hele lijf

Persoonlijk? Ik ben fan. Zwemmen is zwaar onderschat. Je traint álles – benen, armen, buik, rug – en je hebt nul schokbelasting. Ideaal als je blessuregevoelig bent of flink wat kilo’s te verliezen hebt.

Minpuntje: je moet wel een zwembad in de buurt hebben. En ja, soms is het druk, of koud, of allebei. Maar als je eenmaal bezig bent: zalig. Vooral baantjes in de vroege ochtend, met dat rustige geklots overal. Echt, probeer het eens.

HIIT: kort, intens, super effectief

HIIT (High Intensity Interval Training) is een bommetje. In 20 à 30 minuten kan je meer verbranden dan in een uur gewoon fietsen. Maar het is pittig. Niet alleen fysiek – ook mentaal. Je moet écht gas geven.

Voor mensen met weinig tijd en een redelijke basisconditie: top. Persoonlijk doe ik dit max twee keer per week, omdat je er serieus van moet herstellen. Maar het werkt. Geen twijfel.

En krachttraining dan?

Ah, goeie vraag. Krachttraining verbrandt misschien minder calorieën tijdens de sessie zelf, maar… je bouwt spieren op. En spieren = meer verbranding in rust. Dus als je op lange termijn wil afvallen én strakker wil worden, dan hoort kracht erbij.

Doe je dat thuis met je eigen lichaamsgewicht, of in de gym met gewichten? Maakt niet uit. Zolang je maar uitdaagt. En ja, ook vrouwen. Spieren maken je niet “groot”, ze maken je sterk. En slanker dan je denkt.

Dus… wat is de beste sport om af te vallen?

Antwoord: de sport die jij volhoudt. Echt waar. Want je kan elke dag calorieën verbranden, maar als je er na drie weken de brui aan geeft, schiet het niet op.

Mijn advies? Combineer. Doe iets duurs (wandelen, fietsen, zwemmen) met iets krachtigs (krachtoefeningen, HIIT). En vooral: kies iets wat je niet haat. Want als je het haat, stop je. Logisch toch?

En jij? Wat werkt er voor jou? Laat het me weten. Of beter nog: trek je schoenen aan, kies iets, en ga gewoon beginnen. Eén stap tegelijk.